In de klassieke periode van de Cypriotische geschiedenis was Evagoras, lid van de familie der Teukriden, de grootste figuur. Hij bracht zijn jeugd door buiten Cyprus, maar in 411 v. Chr. greep hij de macht in Salamis na een geslaagde opstand tegen de Phenicische koning Avdemon en werd tot koning uitgeroepen. Hij verstevigde de stad, herstelde de haven en bouwde een sterke vloot op. Handel en cultureel leven bloeiden op onder zijn regime. Hij zocht opnieuw aansluiting bij Athene en bracht de Hellenistische cultuur weer tot leven. Voor zijn streven werd hij zelfs tot ereburger van Athene benoemd. Onder leiding van de Atheense generaal Conon versloegen Salamis en Athene Sparta, waardoor de rol van Sparta op zee was uitgespeeld. Om sterk te staan tegenover het machtige Perzië moest Cyprus één worden. Met hulp van Athene had Evagoras in 387 heel Cyprus in zijn macht. Na de vrede van Antalkidas , die een einde maakte aan de Korinthische oorlog en waarbij de opperheerschappij van Perzië over Cyprus door Athene werd erkend, kwam Evagoras alleen te staan tegenover Perzië. Van 385 tot 381 voerde Cyprus oorlog tegen de Perzische keizer Artaxerxes II. Nadat de vloot van Evagoras was vernietigd moest hij de strijd opgeven. Bij de vrede werd bedongen dat Salamis de andere stadskoninkrijkjes op Cyprus weer in ere moest herstellen en dat jaarlijks een tribuut aan Perzië moest worden betaald. Evagoras werd evenwel als koning van Salamis erkend. Evagoras had zijn hoofddoel niet bereikt, maar niettemin hadden zijn acties grote gevolgen. Perzië was ongebruikelijk mild geweest bij het stellen van de vredesvoorwaarden en er was een definitief halt toegeroepen aan de plunderingen van Cyprus door Perzië en Phenicië. Een belangrijke bijdrage van Evagoras was ook het ontstaan van een Cypriotisch nationaal bewustzijn en de vestiging van een stevige band met de Hellenistische cultuur. Het oorspronkelijke Cypriotische syllabische schrift werd verdrongen door het Grieks. Zes jaar na de vrede werd de koning samen met zijn oudste zoon vermoord. Onder zijn opvolgers bereikte Cyprus niet meer dezelfde macht en welvaart.